dinsdag 9 december 2008

Tarantula's, slangen en andere gevaren!!!

Choqueqirau, het einde van de wereld.

Rare inca’s! Onvoorstelbaar ver in de bergen op ongeveer 3100 meter hoogte weten ze een complex te bouwen met tempels, huizen en terrassen. Je komt er niet zomaar. Je moet op zijn minst een hele dag klimmen. Wanneer het complex is verlaten weet ik niet, maar wat ik wel weet dat er nu eeuwen later gekke toeristen zijn die dit complex willen bekijken. Ja, en eh, daaronder ik.

Samen met twee (inmiddels) Australische vrienden (Ed en Renee) de voorbereidingen getroffen, reuze spannend. We zouden zelf alles meenemen voor onderweg. Tent gehuurd, gasbrander, eten mee voor 4 dagen en water, vele liters water. Het bleek een hele onderneming te worden waarbij wij blootstonden aan vele gevaren.
Het begon met een grote vogelspin die ons tegemoet kwam lopen. Eh, even schrikken, dat hadden ze er niet bijgezegd. Zijn die giftig, dodelijk? Ik wist het niet precies. Foto's maken van zo dicht mogelijk bij, alert blijven, en het harige dier wandelde rustig verder, dus wij ook maar weer.

We zaten deze dag veel op dezelfde hoogte, maar moesten uiteindelijk afdalen naar de rivier, een erg steile afdaling die het onze knieën echt niet gemakkelijk maakte.
Langs de route stonden campingplaatsen aangegeven. En om de eerste te halen moesten we de laatste kilometers in het donker afleggen. Gelukkig hadden we onze lampjes bij ons op het voorhoofd, want het was goed oppassen om niet te struikelen. Naast ons was een gapende afgrond, die in het donker al helemaal niet aanlokkelijk leek.

Eerste nacht alles goed gegaan. Volgende dag vol goede moed verder. Het zou een zware worden, dat wisten we. Een stijging van 1100 meter (van 2000 naar 3100) dus ook nog eens op hoogte. Het was warm. Erg warm. We liepen ondertussen in het tropische regenwoud. Mijn reisgenote Renee had het erg zwaar en dat betekende dat we om de paar honderd meter moesten gaan zitten. Het schoot niet op. 1 km in een uur, we hadden er 8 te gaan en dan moesten we ook nog uitrusten. Een brandende zon zorgde er ook nog eens voor dat we erg veel dronken en door ons water heenschoten. Gelukkig, toen de nood het hoogst was (gaan we terug of gaan we verder) kwamen we bij een ware oase. Water!!!!!!!!! En zelfs cola te koop. (hoe ze het daar krijgen….). Die avond, jawel de laatste kilometers in het donker, moesten we onze tent opzetten in een ongelooflijke storm. Op een klein grasveldje midden op de berg. Storm voor de regen. Met geleende touwen kregen we enigszins het gevoel veilig te zijn. Lekker gekookt in het tentje en tot overmaat van ramp, het bier (ook dat was weer te koop. Toeristen willen namelijk altijd bier. En ik moet bekennen dat ook ik als pleister op de wonde voor deze zware dag mijzelf best met een biertje wilde belonen.) omgetrapt. Mijn sokken roken al niet zo fris, maar de combinatie met bier………..

De volgende morgen was het nog twee uur lopen naar de ruïne. De tent en rugzakken konden we achterlaten. Dat scheelde enorm in gewicht en dus in tijd. We zouden namelijk dezelfde route terug gaan. De ruïne was heel bijzonder. Met name door de ligging en door de terrassen met in steen gelegde lama’s (zie foto). Voor zover ik weet is het de enige ruïne met lama’s. De lama was voor de Inca een heilig dier, dat met feesten en partijen werd geofferd.

En dan de terugtocht. Wat eerst naar boven was, was nu naar beneden. Au, au, mijn knieen. Dat was niet echt leuk. Op een gegeven moment begon Renee naar me te schreeuwen. Bleek ik over een slang heen te stappen. Gelukkig gelukkig, had dat beest de schrik van zijn leven en niet ik. Het ging er in rap tempo vandoor. Tegen de tijd dat ik het door had was hij bijna in de struiken verdwenen. Enkele honderden meters verder gebeurde bijna hetzelfde ware het niet de Ed het beest op tijd zag en gelijk in zijn achteruit ging. Ja, er langs? of wachten? of verjagen? Voor zover dat mogelijk is op een pad van 1,5 meter zijn we er met een superboog omheen gelopen. Alles ging goed. Niets gebeurd. En jawel de laatste kilometer aan de andere kant van de rivier omhoog in het donker.

De laatste dag, dag 4, was er een waar we behoorlijk tegenop zagen door de ervaring van de tweede dag omhoog. Dat moesten we nu natuurlijk weer, maar dit stuk was superstijl. Alles deed inmiddels pijn, de benen van stijfheid, de schouders van de zware rugzak en de huid van het verbranden. Beneden nog een lunch gekookt, zodat we veel energie in het lijf zouden hebben. Het bleek erg goed te gaan en in 1,5 uur waren we boven. Jubelstemming.

Maar de laatste kilometers terug naar Cochora, onze thuishaven, die waren ook weer zwaar. Denken dat je er bijna bent en dan nog 3 uur moeten lopen. Een high five nadat we de aller- allerlaatste kilometer in de regen hadden gelopen. WE HADDEN HET GEHAALD!

Tot slot moesten we nog 140 kilometer rijden naar Cusco. De eerst volgende bus zou pas drie uur later langskomen, dus besloten we tot een collectivo: (een met andere passagiers gedeelde taxi.) 7 personen!! Ed en Renee in de achterbak, ik met een schouder van een ander onder mijn oksel op de achterbank. Gelukkig werden we na 20 minuten overgebracht naar een andere taxi. Helemaal blij waren we…………………, totdat de lichten van de auto het begaven en het was inmiddels donker. De chauffeur reed gewoon door en deed of er niets aan de hand was. Bij een tegenligger zette hij het licht aan, dat dan binnen 15 seconden weer doofde. Uitzetten en op laten laden. Bij de volgende tegenligger weer aan en zo ging het voort. We begonnen met inmiddels weer zes passagiers toch wel een beetje te protesteren. Oke, alle mannen doken onder de moterkap en het moest de batteria zijn. Naar het volgende dorp want daar was wel een technicus. Bleek dat volgende dorp weer 20 minuten verderop te liggen. Dat is wederom 20 gevaarlijke minuten. Tegelijkertijd moesten we er niet aan denken om uit de taxi te stappen. Koud (vanuit het regenwoud een temperatuursverschil van zo’n 20 graden), donker, midden in de bergen en de kans op een nieuwe (lege) taxi, superklein. Een lastige afweging. Eindelijk zonder brokken in het volgende dorp aangekomen, hebben we met zijn alle de taxichauffeur voor ‘loco’ uitgemaakt en hebben we wel, na een grote ruzie over het te betalen geld, een andere taxi naar huis gevonden. Thuis gekookt en weer geslapen in een echt bed. Heerlijk.

Hadden wij een verhaal?????

Terugkijkend: een geweldige ervaring! Het was het allemaal waard!!!!!!!!!!!!!!!!!!

1 opmerking:

mario zei

Kijk, dat zijn nou nog eens avonturen!! met zijn drieeen een expeditie door ruig en onbegaanbaar terrein met bewoners die niet gediend zijn van deze drie rustverstoorders. ik zou als vogelspin ook niet blij zijn met een paar metershoge wandelende 'dingen' tijdens mijn ochtendwandeling op zoek naar ontbijt. Ik hoor jullie trouwens ook niet over talloze andere groepjes toeristen die ditzelfde pad bewandelden. Behalve dan de mensen die jullie hielpen jullie tent te 'tuien' tegen de storm. Mooie foto's, carolien, van een geweldig natuurgebied en een bijzonder (ex)incabouwwerk. En wat bezielde de inca's om dit tempelcomplex daar op die plek te bouwen. Zouden ze nog meer locaties beproeft hebben om de juiste keuze te maken? En woonden/leefden ze dan gedurende de bouw rond de bouwlocatie of waren het 'forensen' (compleet met broodtrommeltje en appel)en wiens tempel was het en wat deden ze daar zo de hele dag?? Affijn, je ziet het: het verhaal roept weer vele ander verhaallijnen op. Ik ben blij dat je je plek alweer zo snel hebt kunnen vinden en hou deze low profilevisie maar vast.

groetjes van mij aan iedereen die dat waard is.